Mijmeringen van Joris Luyckx over de opkomst van China

Mijmeringen van Joris Luyckx over de opkomst van China

“MET ALLE CHINEZEN “

 Moeten we bang zijn?

Sinds de jezuïet pater Ferdinand Verbiest (1623-1688) in de 17e eeuw door keizer Kangxi tot officiële astronoom en mandarijn werd aangesteld, was er een levendige interesse van de Europese intelligentsia voor China. Vandaag, 333 jaar geleden en na veel historische gebeurtenissen, is de belangstelling nog vergroot.

De nationalisten werden verdreven naar Taiwan en Mao Zedong verenigde voor het eerst weer stevig het Chinese vasteland sinds het hoogtepunt van de Quing-dynastie .

Sinds 1949 heeft China een andere bestuursvorm gekregen dan de Westerse landen, maar het is vooral sinds het land zelfbewust op zijn strepen staat dat dit écht doorgedrongen is in het Westen. Pas in 2019 erkende de Europese Unie dat China en het Westen niet alleen partners en economische concurrenten zijn, maar ook ideologische rivalen. De kwestie is: hoe moeten we daarmee omgaan. Geopolitieke rivaliteit kan lelijke vormen aannemen en ultiem ontaarden in oorlog, maar ze kan landen er ook toe brengen het beste van zichzelf naar boven te brengen.

Vroeger sprak men over "het gele gevaar" dat de vrije wereld bedreigde. Laten we ons niet van de wijs brengen door dit voor zijn tijd gangbare racisme en de overdreven angst waarmee de opkomst van elk niet westers land  toen werd begroet, maar ons op de analyse concentreren.

China is in zijn geografische positie zo vanzelfsprekend dat zij vaak over het hoofd wordt gezien in alle discussies over economische dynamiek en nationaal zelfbewustzijn.

Ligt Rusland ten noorden van de 50ste breedtegraad, China ligt ten zuiden daarvan. Van noord naar zuid beslaat China ongeveer dezelfde breedtegraden als de V.S. met alle meteorologische variaties en voordelen van dien. China vormt echter iets minder continent dan de V.S.. Tussen twee oceanen en Canada gelegen worden de Verenigde Staten slechts bedreigd door het Mexicaanse bevolkingsoverschot in het zuiden. China  echter werd gedurende duizenden jaren vooral bedreigd vanuit het Euraziatische steppegebied.

Het land heeft een grote marinevloot opgebouwd en kon zijn positie op de Stille en zo mogelijk ook op de Indische Oceaan in ere herstellen.

“China is booming“. Het land neemt reeds tientallen jaren een hoge vlucht op economisch en technologisch gebied. Het  kan armworstelen met de andere grootmachten zoals de V.S., Rusland en Europa. Het is "the perfect adversary" geworden door zijn militaire macht en cyberkracht. Waar men in Europa moeite heeft om een leger op de been te brengen staan in China miljoenen jongens en meisjes klaar om te sterven.

Die sprong vooruit heeft zich vertaald in een onstuitbare expansiedrang om zijn plaats te veroveren in de wereldeconomie en dat is zichtbaar op velerlei terreinen.

Zo spreekt men van de nieuwe Zijderoute, een verzamelnaam voor een netwerk van karavaanroutes tussen allerlei steden in China, Mongolië, Centraal Azië, Perzië, het  Middellandse Zeegebied met vertakkingen tot in de Krim, Indië en Arabië. Al in de oudheid verbond ze Oost en West via steden onderweg met mythische namen als Bagdad, Isfahan, Tasjkent en Samarkand. Maar pas in 1877 kreeg ze haar huidige naam.

De Zijderoutes werden gebaand door schapen en kamelen over gebergten zoals de Hindoekoesj in Afghanistan. Ze vervoerden meer dure en exotische producten dan alleen zijde: robijnen, porselein, parels, sinaasappels, buskruit, papier, saffraan, rabarber, mirre, diamanten en, niet te vergeten, ideeën. De kuddes trokken langs de sappigste bergweiden.

De nieuwe Zijderoutes zijn niet langer begaan door kamelen maar vervangen door blauwe, geribbelde containerwagens. De zijde en specerijen zijn vervangen door goedkope portefeuilles. De nieuwe treinverbinding doorkruist in 18 dagen China, Kazachstan, Rusland, Polen, Duitsland en België om te eindigen in Londen. China Railways voorziet elke week een trein.

China gebruikt zijn macht als geldlener om de eigen bedrijven aan het werk te houden, zonder dat de projecten nuttig zijn voor het gastland. Overal worden grote infrastructuurwerken opgezet. Deze steunen niet de lokale  economie maar vergroten alleen China’s toegang tot grondstoffen en afzetmarkten. Tal van voorbeelden kunnen dit illustreren. In Kenia wordt een nieuwe spoorlijn aangelegd met zeer moderne treinen. De Chinese arbeiders zijn “werkers, zij kennen alleen geld, nemen geen rust-of zondagen“, zijn weinig spraakzaam en hebben een grote verbondenheid met hun land en generaties. “De bladeren vallen altijd op de wortels“  (Chinees spreekwoord). In Kenia wordt een nieuwe spoorlijn aangelegd met hypermoderne treinen. Als ze eens voltooid zijn, zijn de bestuurders en treinconducteurs ook Chinezen die de Afrikanen terzijde laten en onvriendelijk bejegenen. De ijdelheid van plaatselijke machthebbers speelt hierbij een belangrijke rol. In Sri Lanka wilde de dictator Mahinsa Rajapaksa een enorme luchthaven met congrescentrum en golfterrein in zijn geboortestreek. Niemand reist daar naar toe, want er is niets te zien. In 2015 werd Rajapaksa verslagen bij de verkiezingen door een presidentskandidaat die zich met enig resultaat verzette tegen de Chinese schulden.

In Zuid-Italië werd de textielsector overgenomen door geïnfiltreerde Chinese inwijkelingen. In het dorpje Prato blijft nog één Italiaans gezin over en die mensen worden aangewezen door de plaatselijke Chinezen als “vreemdelingen". De Italiaanse premier Mario Draghi doet er alles aan om  Italiaanse bedrijven uit de klauwen van Peking te houden en  blokkeerde twee strategische overnames door Chinese staatsbedrijven. Voor Inter Milan was het te laat.

Van China gaat dus wel degelijk een bedreiging uit op economisch gebied en Europa moet opletten dat belangrijke infrastructuur niet uitverkocht wordt aan een dictatuur, zoals gebeurd is met de haven van Pyraeus (Griekenland), Volvo (Gent) enz.

Vertederd door aaibare panda’s in Paridaisa (Wallonië) en dromend van gulle investeringen uit Peking, ondertekende België vijf jaar geleden een uitleveringsverdrag met China. Nu de hype geluwd is wil de Europese diplomatie van deze verdragen af. Verzoeken tot uitlevering van dissidenten en schending van de mensenrechten door heropvoedingskampen en dwangarbeid voor de Oeigoeren zijn hieraan niet vreemd.

Ratificatie van het C.A.I. (of Comprehensive Agreement of Investment) investeringsverdag dat in 2020 gesloten werd, brengt de Europese investeerders uit de mediasector amper voordeel. Geen Europese tekenfilms voor Chinese kinderen, wel Chinese propaganda in Europa.

China combineert een exportgericht beleid met een protectionistisch importbeleid, een regelrechte concurrentievervalsing. Het land heeft de tweede grootste economie ter wereld maar met zijn BNP per hoofd staat het volgens de Wereldbank op de 77ste plaats. Nog lager dan Suriname en Botswana.

China spioneert volgens de pers ook op grote schaal in het Westen via de telecombedrijven. Zo heeft Huawei het Nederlandse KNP afgeluisterd.

Rivaliteit kan landen er ook toe brengen het beste van zichzelf naar boven te brengen. Het Westen koos in 1945 met des te meer enthousiasme voor de welvaartsstaat omdat er een communistisch blok bestond dat iedereen een baan, zorg en scholen bood maar geen vrijheid. Soortgelijk proces is nu aan de gang. President Biden van de V.S. maakt er geen geheim van: investeren in eigen land –in infrastructuur en mensen- is de beste manier om de strijd met China te winnen. Hij verdedigt de vakbonden en hogere lonen.

Het is niet altijd gemakkelijk samen te werken met een wereldgebied waar niet dezelfde mensenrechten gelden als bij ons.

China is geen vijand als dusdanig en vormt volgens bepaalde auteurs geen existentiële bedreiging. Het zou in militair opzicht hoogstens een indirect gevaar opleveren.

Verzwakt door de financiële crisis en door de mislukte militaire avonturen in het Midden-Oosten hebben de Verenigde Staten  serieuze reputatieschade geleden. China is nu al goed voor meer dan 25 procent van het wereldwijde BBP. Dat alles verdient dus meer aandacht dan Rusland.

Een handelsakkoord in de loop van dit jaar mag verwacht worden. De belangen van beide grootmachten zijn inmiddels te groot, en te verweven.

Maar goed om te weten is dat van een gewone handelsoorlog geen sprake is. Het gaat hier om een handelsruzie tussen de heersende macht - de Verenigde Staten - die zich bedreigd voelt door China als alsmaar sterker wordende opkomende macht.

Voor enig historisch perspectief op de huidige spanningen tussen de Verenigde Staten en China verwijzen we graag naar een interessante video van historicus en Harvard-professor Graham Allison (deze video duurt circa 19 minuten).

Professor Allison legt in deze video onder meer uit wat hij bedoelt met de Val van Thucydides, waar de beide grootmachten voor dienen te waken. Het bekijken van de video zet de huidige spanningen in perspectief en maakt ook duidelijk waarom het logisch is om te verwachten dat van spanningen tussen de Verenigde Staten en China sprake zal blijven, of er nu spoedig een handelsakkoord komt of niet...

De Griekse geschiedschrijver Thucydides (460-400 v.Chr.) verklaarde al toen hij over  de Peloponesische Oorlog schreef: “Het  waren de groei van Athene  en de angst die zulks in Sparta teweeg bracht die de oorlog onvermijdelijk maakte

Deze uitdrukking verwijst naar de opkomst van een nieuwe grootmacht en de reacties die dat veroorzaakt bij de  gevestigde grootmachten. Men vreest dat een beheersbaar  incident een escalerend effect kan hebben, zoals de kogel die de onfortuinlijke Franz-Ferdinand in 1914 in Sarajevo trof. Volgens de Chinese leider Xi Ping, die verwees naar Thucydides, zou een verkeerde inschattingsfout fataal kunnen zijn.

 

                                                                                                      Joris Luyckx

 


top